Immunotherapie bij niet-kleincellige longkanker: de pathologische respons als marker van overleving
De IFCT-1601 IONESCO-studie heeft een neoadjuvante immunotherapie geëvalueerd bij een reseceerbare niet-kleincellige longkanker. In die studie correleerde een complete remissie bij pathologisch-anatomisch onderzoek met de progressievrije overleving en de totale overleving. Dat is een belangrijk gegeven. We wisten al dat dat het geval is bij een neoadjuvante chemotherapie, maar nog niet bij het gebruik van corticosteroïden. Tekst en uitleg door dr. Marie Wislez (Parijs).
De IFCT-1601 IONESCO-studie (1) is een fase II-studie, uitgevoerd bij 46 patiënten met een reseceerbare niet-kleincellige longkanker (NSCLC) stadium IB ≥ 4 cm (10,9%), IIA (28,2%), IIb (58,7%) of IIIA non-N2 (2,2%). In 50% van de gevallen ging het om een adenocarcinoom. 67,4% van de patiënten waren mannen, 97,8% rookte, 82,6% had een ECOG-score van 0 of 1. De patiënten hebben 3 cycli van een PD-L1-antagonist gekregen en werden daarna geopereerd (lobectomie: 72,1%) (n = 43). De patiënten werden teruggezien 4 weken, 6 maanden en 1 jaar na chirurgie (n = 38). Bij drie patiënten werd geen chirurgie uitgevoerd respectievelijk wegens progressie, invasie van de pleura en invasie van de slokdarm. Het primaire eindpunt was het percentage complete chirurgische resectie (R0). Secundaire eindpunten waren onder andere de sterfte 90 dagen na de operatie, de veiligheid, de totale overleving, de progressievrije overleving en het percentage objectieve respons (RECIST 1.1).
Wilt u de rest van dit artikel lezen?
Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen