Medisch  >  Kinder- en jeugdpsychiatrie: zelfs de wachtlijst is vol

Kinder- en jeugdpsychiatrie: zelfs de wachtlijst is vol

KORTENBERG 08/06 - Bij de helft van de psychologen, orthopedagogen en psychotherapeuten kan je binnen de maand terecht, maar haast 40% van de psychologen en ruim 60% van de psychiaters in Vlaanderen aanvaardde dit voorjaar geen nieuwe patiënten in zijn praktijk. Het capaciteitstekort treft de kinder- en jeugdpsychiatrie het hardst. De Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid dringt erop aan werk te maken van een solider statuut voor de beroepsgroep.

De sinds decennia aanslepende wachtlijstproblematiek in de geestelijke gezondheidssector krijgt er een dimensie bij. Dat blijkt uit een bevraging bij 1.305 zorgprofessionals met een privépraktijk in Vlaanderen, waarvan de grote meerderheid klinisch psycholoog is.

Onder leiding van professor Kris Van den Broeck hield de Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid in samenwerking met de leerstoel Public Mental Health (UAntwerpen) vorig jaar een bevraging bij hulpvragers over hun ervaringen met de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Nu zijn ook de resultaten bekend van het vervolgluik dat de wachttijden in de privépraktijken van psychologen, psychotherapeuten, orthopedagogen en psychiaters in kaart brengt.

Wachtlijsten zijn allesbehalve een nieuw fenomeen, maar het coronavirus lijkt het probleem te verergeren. Professionals werd gevraagd om een beknopte online vragenlijst in te vullen over de wachttijden en het gebruik van wachtlijsten en/of aanmeldstops in hun privépraktijk. In totaal merkte 71,9% een lichte of sterke toename in het aantal aanmeldingen sinds de coronapandemie uitbrak. Een kleine minderheid (3,8%) merkte een afname en 15,4% merkte geen verschil.

Aanmeldingsstops zijn de gangbare praktijk

Bij ongeveer de helft van de professionele hulpverleners die (ook) in een privépraktijk werken (47,9%) kan je binnen de maand terecht voor een eerste gesprek (intakegesprek). Bij meer dan de helft van de deelnemende psychiaters bedraagt de wachttijd minstens drie maanden, terwijl dit voor de andere beroepsgroepen bij ongeveer één op vijf het geval is. Bij de grote meerderheid van de praktijken (86,4%) kan de behandeling meteen starten en vormt het eerste gesprek het begin van een behandelperiode. Bij 11,3% moet men na het eerste gesprek één tot drie maanden wachten op de start van de behandeling, en bij 2,4% langer dan drie maanden.

Gemiddeld staan er 10,7 personen op de wachtlijst (mediaan = 5). Bij de respondenten stonden in totaal 6.009 mensen op de wachtlijst op het moment van de bevraging (overlappingen inbegrepen – sommige wachtenden staan op meerdere wachtlijsten).

Bijna 40% (n = 501, 38,4%) gaf aan momenteel geen nieuwe aanmeldingen te aanvaarden. De verdeling verschilt over beroepsgroepen heen: 37,7% van de klinisch psychologen, 28,2% van de orthopedagogen, 33,3% van de psychotherapeuten en 60,5% van de psychiaters had een aanmeldstop.

Van de groep hulpverleners die een aanmeldstop houdt of een lange wachttijd hebben, verwijst negen op tien (91,3%) naar andere hulpverleners in de regio en biedt 8,6% zelf tussentijdse wachttijdondersteuning aan (bv. telefonische opvolging).

Wachttijden zijn het meest penibel voor kinderen en jongeren

Wachttijden zijn het langst voor kinderen en jongeren. 35,8% van de zorgverleners met doelgroep kinderen en 42,2% met doelgroep jongeren heeft een wachttijd van minder dan een maand, tegenover ongeveer de helft (53,3%) van de zorgverleners met doelgroep volwassenen. Maar liefst 15,3% van de zorgverleners met doelgroep kinderen heeft een wachttijd van langer dan een half jaar.

De stem van de zorgverlener

Het onderzoek liet toe dat zorgverleners hun eigen inzichten en suggesties inzake wachttijden konden aanbrengen. Zij spiegelen de wensen en noden van de zorggebruiker.

De vaakst vermelde noden zijn: een aantrekkelijker statuut voor zelfstandige zorgverleners; ruimere terugbetaling van psychotherapie, met behoud van autonomie voor de zorgverlener; regionale netwerking en overzichten in actuele beschikbaarheden van zorgverleners; capaciteitsuitbreiding binnen gesubsidieerde centra; beperking van administratie en vergoeding van noodzakelijke administratietijd; het prioritair subsidiëren en uitbreiden van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren; een duidelijke sociale kaart en informatie voor cliënten en patiënten.

Helaas is het feit dat er geen plaats was voor een opname in een psychiatrisch ziekenhuis voor het 14-jarige meisje uit Gavere dat na een verkrachting uit het leven stapte een bikkelharde realiteit. De SGGG wil verder overleg met federaal minister Vandenbroucke en Vlaams minister Beke, bevoegd voor volksgezondheid. Als een samenleving tijdens een pandemie acute lichamelijke zorg kan organiseren, moet ze toch ook in staat zijn om duurzaam standaardzorg voor geestelijke gezondheidsproblemen op te zetten.

Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid

Vlaamse organisaties in de ggz legden op 14 maart 2019 hun gemeenschappelijke doelstellingen vast in een Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid. Dat gebeurde voor het eerst in de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg. De Staten-Generaal bestaat intussen uit vijfenveertig organisaties, voorzieningen en verenigingen, van zorgverlening, over belangenbehartiging tot patiënten- en familieparticipatie. Ze bekwam onder meer al de toekenning van bijkomende subsidiëring en de terugbetaling van teleconsultaties. De SGGG formuleerde haar voorstellen tot een hervorming van de sector in een masterplan geestelijke gezondheid(szorg).

SGGG

Om veiligheidsredenen is uw browser niet compatibel met onze site

We raden u aan een van de volgende browsers te gebruiken: