Mijn werkdag als NKO-arts in...2052 (opinie)
BRUSSEL 09/10 - Het is 7h12. Ik word wakker na een nacht van 8h15 min zoals aanbevolen door mijn slaapstimulator volgens de activiteit die ik vandaag in het ziekenhuis zal hebben. Ik ben neus-keel-oorarts in het algemeen ziekenhuis van Brussel, het grootste ziekenhuis van het land.
De politici hebben in 2027 begrepen dat een land met op dat ogenblik 14 miljoen inwoners geen zeventig ziekenhuizen nodig heeft, die allemaal vrijwel hetzelfde doen, maar met ongelijke middelen en minder expertise. Ze hebben dan beslist het proces van bundeling van ziekenhuizen, dat was gestart in het begin van de XXIe eeuw, te versnellen om te komen tot een enkel groot algemeen ziekenhuis in Brussel en een tweede algemeen ziekenhuis in Antwerpen. De andere ziekenhuizen zijn over verloop van tijd medische centra geworden die nog altijd algemene aandoeningen behandelen, maar geen zeer gespecialiseerde behandelingen meer.
Na het ontbijt ga ik in mijn auto zitten. De automatische piloot voert me naar het ziekenhuis. Er is wat meer verkeer dan gewoonlijk en daarom beslist de artificiële intelligentie van mijn auto weg 32 te nemen 320 m onder de grond, die is voorbehouden voor verplaatsingen van verzorgend personeel. Tijdens het traject, dat 32 minuten duurt, kijk ik een artikel na dat Amerikaanse collegae hebben ingediend in het tijdschrift The Laryngoscope, over de behandeling van laryngofaryngeale reflux door de nieuwe medische robot i32.
Die robot kan een uiterst volledige anamnese afnemen, analyseert het gezicht, de houding, de hoest en de stem van de patiënt en voert een klinisch onderzoek uit met de nieuwe fibroscoop f.23 met een diameter van 32 micrometer. Daarmee kan het slijmvlies van de neus, de farynx, de trachea en de slokdarm worden bekeken. De consultatie duurt 8 minuten. Het artikel is interessant want naast de intelligente anamnese en het klinisch onderzoek hebben de auteurs ook rekening gehouden met de microbiota van de patiënt, de activiteit van de spijsverteringsenzymen in het vocht dat van de maag terugvloeit naar de farynx, en de mate van stress van de patiënt (door analyse van het autonome zenuwstelsel).
Ze hebben echter geen rekening gehouden met de gevoeligheid van de slijmvliezen in het neus-keel-oorgebied, die sterk kan verschillen van de ene patiënt tot de andere, wat een verschil in klinische expressie van de patiënt kan verklaren. Ik beslis daarom het artikel te verwerpen en de preliminaire analyse uitgevoerd door de reviewsoftware van de firma MedExplore® te valideren. Het is waarschijnlijk een van de laatste artikels, die door mij tegen het licht moeten worden gehouden. Ik heb immers in Nature gelezen dat er nu een nieuwe vorm van artificiële intelligentie bestaat die een volledige review uitvoert in plaats van artsen en die ook de impact evalueert van het aantal keren dat de studie zou worden geciteerd als ze in dat tijdschrift zou worden gepubliceerd.
Het is 9h11 uur. Ik kom aan in het ziekenhuis. Ik kruis een patiënt van mij, meneer Van Bogaert, in zijn rolstoel. Ik heb hem gisteren geopereerd wegens een nauwe tracheastenose. Ik herinner me nog de eerste stenose die ik heb geopereerd toen ik kliniekhoofd was in het Hôpital Foch in Suresnes in 2020. Toentertijd verbleven de patiënten na de operatie in een ziekenhuiskamer tot de dag van hun ontslag. We gingen ze elke dag bezoeken, we vroegen ze om in de gang te gaan wandelen en we beslisten om ze te ontslaan "als ze zich beter voelden".
Nu lopen de patiënt net zoals meneer Van Bogaert rond of verplaatsen ze zich in een elektrische rolstoel in de virtuele ruimte van het ziekenhuis, die een rustige, zachte, vreedzame omgeving nabootst in volle natuur, in de bergen of op het strand naargelang de desiderata van de patiënt. Die virtuele ruimte zou het welzijn van de patiënt verbeteren en zou de duur van het ziekenhuisverblijf met 23% verkorten, wat voor de patiënt een besparing van 41% zou betekenen. Het risico op complicaties? De patiënt wordt om de 3 minuten gecontroleerd door de sensorische vezels in de rolstoel en het polsbandje dat ze dragen.
"Mijn rol als chirurg bestaat erin elke stap te controleren en in geval van twijfel een chirurgische risicoanalyse te starten om het chirurgische traject te controleren. Het is 4 jaar geleden dat ik nog manueel heb moeten ingrijpen."
Ik ga naar operatiezaal nummer 92, waar mijn patiënt op me wacht. Hij ligt al op de operatietafel en is geïntubeerd met nieuwe katheters van 3 mm diameter met gepulseerde lucht en een ballonnetje op maat dat zich aanpast aan de trachea van de patiënt. De elektronische assistent bewaakt de parameters en heet me welkom. Wat een verschil met Irma, de laatste verpleegster op anesthesie, die zeurde van 's morgens tot 's avonds en ongeduldig wachtte tot de dag gedaan was.
Ik groet dr. Sala, anesthesist, die na zijn artificiële zaalronde toezicht uitoefent op de operatiezalen 88, 89, 90, 91 en 92. We zijn een van de laatste ziekenhuizen die nog één anesthesist voor 5 zalen hebben. In alle andere ziekenhuizen is er één anesthesist voor 10 tot 15 zalen. Dankzij recente aanwinsten inzake artificiële intelligentie zijn de elektronische assistenten nog beter geworden. Elektronische assistenten zijn robots die intuberen, de patiënt in slaap brengen en de dosering van curare en andere geneesmiddelen aanpassen volgens het resultaat van de superscan. Die allernieuwste scanner evalueert de fysiologische kenmerken van de patiënt (lever, nieren, metabolisme, verslavingen, vermoeidheidstoestand …) voor een optimale aanpak op maat.
Mijn patiënt heeft een schildkliercarcinoom dat niet heeft gereageerd op de ambulante cocktail van immunotherapie (eerste-, tweede- en derdelijnstherapie). Hij hoort bij de 0,3% non-responders en moet dus worden geopereerd. Ik plaats de robot 30° ten opzichte van de operatietafel en start de procedure.
Op grond van een MRI 12 tesla, die de vorige dag werd uitgevoerd, begint de robot de huid in te snijden op het behaarde hoofd (om littekens te vermijden). Hij maakt de huid los tot tegen de kankernodulus, voert een dissectie uit van de schildklierlob, spoort de nervus recurrens en de nervus laryngeus superior op en vervolgt via de RWT2-camera's de dissectie met controle van de microcirculatie in de twee zenuwen om postoperatieve parese door tractie van de omgevende weefsels op de zenuwen te voorkomen. Op het einde van de operatie injecteert hij placentaire microgroeifactoren in het litteken in de hoofdhuid, waardoor er geen litteken zal te zien zijn. Het einde van de operatie verloopt zoals gewoonlijk: perfect. Een pathologisch-anatomisch onderzoek is niet nodig gezien de peroperatieve analyse met de MRI 12 testa, die een definitie tot op celniveau mogelijk maakt.
Mijn rol als chirurg bestaat erin elke stap te controleren en in geval van twijfel een chirurgische risicoanalyse te starten om het chirurgische traject te controleren. Het is 4 jaar geleden dat ik nog manueel heb moeten ingrijpen. Het is 10.02 uur. De operatie is gedaan. De patiënt is wakker en gaat naar de verkoeverkamer. Deze patiënt heeft geopteerd voor een bergachtige virtuele ruimte, omdat die hem doet terugdenken aan zijn jeugd in de Pyreneeën.
Ik ga naar de consultatie om de activiteit van de consultatierobots te controleren. Ik heb geen schildklier meer geopereerd sinds 2037, het jaar waarin artificiële intelligentie is doorgedrongen in de chirurgie. Ik geef toe, in het begin had ik het er wat moeilijk mee dat ik een opleiding van vele jaren had genoten en uiteindelijk ben overklast door robots. Maar de feiten zijn wat ze zijn: er treden geen complicaties meer op, de duur van de operatie is gehalveerd en de patiënten zelf verkiezen zich te laten opereren door robots.
Robots zijn alomtegenwoordig in hun leven. Robotica en artificiële intelligentie sturen het dagelijkse leven: de keuken, het onderhoud van de woning, de optimale slaaptijd, gezondheidszorg, autorijden en onlangs heeft JRL Enterprise zelfs een robot ontwikkeld die de gezichtsexpressie analyseert en dus intuïtief de emoties van de mensen begrijpt en de informatie doorstuurt naar mijn ‘baas'.
Na een snelle controle van de consultatie begeef ik me naar de zetel van JRL Enterprise, waar ik met de meeste van mijn collegae advies geef om de gerobotiseerde en artificiële aanpak van patiënten in de neus-keel-oorgeneeskunde te verbeteren. Na analyse van enkele dossiers en adviezen over de laatste updates keer ik terug naar mijn auto, die me naar huis voert. Op de piste van platform 42 wacht me een atletiektraining van 16 km met mijn vrienden. Eerst controleer ik uiteraard mijn parameters en mijn algemene homeostatische toestand met de superscanner. Het is 15h03 uur. Mijn dag als chirurg is ten einde.
Over de auteur
Jerome R. Lechien, MD, PhD, MS
Young IFOS - Research Committee, Vice Chairman
Dr. Lechien heeft geen belangenvermenging aangegeven.
MediQuality biedt haar leden de mogelijkheid hun mening te uiten over actuele en/of medische kwesties. Deze opinies weerspiegelen de persoonlijke mening van hun auteur en vallen onder diens verantwoordelijkheid.
MediQuality biedt haar leden de mogelijkheid hun mening te uiten over actuele en/of medische kwesties. Deze opinies weerspiegelen de persoonlijke mening van hun auteur en vallen onder diens verantwoordelijkheid.