COVID-19: Elk land heeft ups en downs gekend, zegt Crisiscentrum
BRUSSEL 22/02 - Elk land heeft in de aanpak van de coronacrisis ups en downs gekend en je kan moeilijk landen met elkaar gaan vergelijken. Dat heeft directeur-generaal Bart Raeymaekers van het Crisiscentrum maandag verklaard in de Kamer. Verschillende zaken hadden in ons land beter gekund, "maar er zijn ook veel goede dingen gedaan het afgelopen jaar."
Raeymaekers was uitgenodigd in de bijzondere Kamercommissie die de aanpak van de coronacrisis tegen het licht moet houden. Hij legde uit dat bij het begin van de coronacrisis, de topprioriteit was te voorkomen dat ons zorgsysteem zou kantelen. Geen toestanden zoals in Bergamo, zeg maar. Naderhand zijn daar andere aandachtspunten bijgekomen: de zwakkere groepen, het onderwijs, de economie en het mentale welzijn van de bevolking.
De baas van het Crisiscentrum benadrukte dat het moeilijk is landen met elkaar te vergelijken. "Als je het een beetje vanop afstand bekijkt, dan hebben alle landen hun moments de gloire gehad, maar ook hun moments de défaite", luidde het. "Landen die het ene moment als voorbeeld werden aangeduid, kampten een paar weken later zelf met problemen."
"Wij kijken naar de eigen bevolking en eigen maatschappij en we streven de doelstellingen na die we zelf hebben gezet", ging Raeymaekers voort. Hij is er van overtuigd dat sommige punten in de aanpak beter hadden gekund, "maar we mogen het kind niet met het badwater weggooien. Er zijn het afgelopen jaar ook veel goede dingen gedaan." Ons land beschikt volgens hem over een performant noodplannings- en crisisbeheersysteem, al is die noodplanstructuur niet bij alle partners voldoende bekend.
Raeymaekers benadrukte dat het Crisiscentrum zich steeds loyaal opstelt eens een beslissing is genomen. Op een aantal keuzes vanop het politieke niveau, zoals de komst van "parallelle structuren", ging Raeymaekers dan ook niet in. Sinds de komst van de nieuwe regering is de informatiepositie van het Crisiscentrum zonder twijfel verbeterd, gaf de directeur-generaal wel aan. Hij verwees daarbij naar het wekelijks Covidoverleg waarbij het Crisiscentrum wordt betrokken.
Opvallend was hoe Raeymaekers wees op het probleem dat zijn centrum ondervindt om de juiste mensen aan te trekken. Hij merkte op dat het statuut van ambtenaar niet aantrekkelijk is om voor het Crisiscentrum te werken. "Het is geen nine-to-five job. Onze medewerkers moeten permanent beschikbaar zijn." Maar volgens Raeymaekers laat het statuut die permanente beschikbaarheid vandaag niet toe en gebeurt die eigenlijk op basis van vrijwilligheid. Een ander probleem is dat het Crisiscentrum vaak nood heeft aan gespecialiseerde profielen. "Maar als we iemand met ervaring aantrekken, dan komt men ze opvissen", luidde het. Het is immers niet mogelijk met premies te werken, waardoor iemand die van bij de politie komt, minder zou kunnen verdienen.
Het informatienummer dat het Crisiscentrum inrichtte, kreeg sinds het begin van de crisis al meer dan 850.000 oproepen. Het Centrum belegde ook al 136 persconferenties. Raeymaekers noemde het strategisch ontzettend belangrijk voor de bevolking dat die persconferenties worden gepercipieerd als "authentiek en objectief."