COVID-19: 22% van de zorgverleners wil ermee stoppen
BRUSSEL 01/02 - Uit een rondvraag van het kenniscentrum Sciensano en de KU Leuven blijkt dat het zorgpersoneel op zijn tandvlees zit. 22% overweegt zijn job op te geven, een verdubbeling tegenover de periode voor de pandemie.
Meer dan de helft van de artsen en verplegers staat in deze crisis onder druk en voelt zich vermoeid, blijkt uit een enquête bij ruim 3.000 zorg- en hulpverleners in ziekenhuizen, woon-zorgcentra, de eerstelijnshulp en de welzijnssector. Voor de uitbraak van het coronavirus was dat een op de drie. Vier op de tien kampen met een slaaptekort. Almaar meer medewerkers hebben angstgevoelens en zijn hyperalert - symptomen van acute stress. Ook lichamelijke klachten als hoofd-, spier- en gewrichtspijn en maagproblemen nemen toe.
Momenten om te ontstressen zijn er amper of niet. De psychische en lichamelijke overbelasting leidt ertoe dat veel meer zorgverleners behoefte hebben aan ondersteuning. Ze leven eigenlijk al tien maanden in permanente onrust, in onzekerheid over hun gezondheid, over het materiaal, of ze patiënten de juiste zorg kunnen bieden.
Ook artsen gaan gebukt onder de vele overlijdens. Zij kunnen voor psychologische bijstand terecht bij ‘Arts in nood' en Doctors4Doctors. Beide organisaties zien de aanmeldingen stijgen en meldden dit in een artikel in De Tijd.
Bij het nationale ‘Arts in nood' ging het aantal hulpvragen met bijna een vijfde omhoog, tot 132. De steun thuis of van vrienden volstaat niet altijd. ‘Thuis is er wel troost en begrip, maar alleen wie zelf een patiënt verloor, snapt de ware impact van die ervaring', zegt Marijke Soogen van de Vlaamse vzw Doctors4Doctors.