Dossiers  >   Corticosteroïden  >  Hoe staan we vandaag tegenover een behandeling met botresorptieremmers bij osteoporose door corticosteroïden?

Hoe staan we vandaag tegenover een behandeling met botresorptieremmers bij osteoporose door corticosteroïden?

Osteoporose door corticosteroïden is meest voorkomende vorm van secundaire osteoporose. Die leidt tot breuken en een stijging van de morbiditeit en de mortaliteit. Artsen kunnen verschillende medicamenteuze behandelingen voorschrijven. Een nieuwe meta-analyse vergeleek botdensiteit, breuken en ongewenste bijwerkingen bij patiënten met osteoporose door de inname van corticosteroïden. Ze kregen een behandeling met risedronaat, alendronaat, zoledronaat, denosumab en/of etidronaat.

De toediening van corticosteroïden in hoge dosis en/of op lange termijn beïnvloedt de osteocyten door over overexpressie van de macrofaagkoloniestimulerende factor (M-CSF) en de RANKL (receptor activator van NFκB ligand). Dit induceert een vermindering van osteoproteïne, waardoor snelle botresorptie optreedt. Vervolgens verergert een kwantitatieve vermindering van osteoblasten deze progressieve botaandoening. De intensiteit van het bottekort hangt af van de dosis en van de duur van blootstelling aan corticosteroïden, met een spectaculaire stijging van het fractuurrisico in de periode van de eerste drie tot zes maanden na de opstart van de behandeling.

Wilt u de rest van dit artikel lezen?

Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen

Om veiligheidsredenen is uw browser niet compatibel met onze site

We raden u aan een van de volgende browsers te gebruiken: