Dossiers  >   Reumatoïde artritis  >  JAK-remmers bij een actieve RA: met of zonder methotrexaat?

JAK-remmers bij een actieve RA: met of zonder methotrexaat?

De richtlijnen raden aan patiënten met reumatoïde artritis (RA) meteen te behandelen met conventionele ziektemodificerende geneesmiddelen (csDMARD’s), bij voorkeur methotrexaat (MTX). Als de therapeutische doelstellingen na 6 maanden niet zijn bereikt en als er prognostisch ongunstige factoren zijn, wordt aangeraden er een biologisch (bDMARD) of een synthetisch gericht (tsDMARD) geneesmiddel aan toe te voegen.

Dat betekent dus in feite een tweevoudige combinatietherapie, maar in het reële leven zou 1/3 van de patiënten een tsDMARD in monotherapie krijgen, vooral wegens een gebrekkige therapietrouw ten aanzien van of slechte verdraagzaamheid van MTX. De patiënten nemen niet graag meerdere geneesmiddelen in omdat ze bang zijn voor medicamenteuze interacties, en bij bejaarde patiënten kan de farmacologische klaring ontoereikend zijn. Januskinaseremmers (JAK-remmers) zijn tsDMARD's. Bij RA-patiënten zijn echter weinig vergelijkende studies gebeurd met een JAK-remmer plus MTX versus een JAK-remmer in monotherapie.

Wilt u de rest van dit artikel lezen?

Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen

Om veiligheidsredenen is uw browser niet compatibel met onze site

We raden u aan een van de volgende browsers te gebruiken: