SARS-CoV-2/COVID-19 en spijsverteringsverschijnselen. Wat is het profiel van die patiënten?
Het SARS-CoV-2 steekt hier en daar weer de kop op. Het SARS-CoV-2 tast vooral de longen aan en de longletsels bepalen de prognose, maar het kan ook andere organen aantasten. Maag-darmverschijnselen en met name diarree kunnen de eerste symptomen zijn van de infectie. Het gebeurt dat de diagnose daardoor wordt gemist, wat invloed heeft op de prognose en op de overdracht van het virus. Daarom is het toch belangrijk het epidemiologische en klinische profiel van die patiënten te kennen.
Er is al veel gepubliceerd over het tropisme van het SARS-CoV-2 voor het spijsverteringskanaal. Het angiotensineconverterend enzym 2 (ACE2) is de sleutelreceptor voor het SARS-CoV-2. ACE2 wordt in de darmen sterk tot expressie gebracht en controleert de absorptie van bepaalde aminozuren in de voeding zoals tryptofaan, die belangrijk zijn voor de immuniteit. Het SARS-CoV-2 zou dus via de ontstekingsreactie direct de darmen kunnen aantasten. De meeste patiënten met een COVID-19 vertonen inderdaad naast de typische symptomen van koorts, uitputting, droge hoest, smaak- en reukverlies en ademhalingsproblemen ook gastro-intestinale symptomen. Bij 20% van de patiënten is diarree het eerste teken van de infectie. De vorsers van twee centra hebben retrospectief het epidemiologische en klinische profiel en de evolutie van patiënten beschreven bij wie een diagnose van COVID-19 was gesteld en die spijsverteringssymptomen hadden.
Wilt u de rest van dit artikel lezen?
Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen