Bronchuscarcinoom in transformatie: een ongeluk komt nooit alleen ….
De auteurs beschrijven het geval van een patiënt met een niet-kleincellige longkanker die is geëvolueerd naar een kleincellige longkanker. Dat gebeurt zelden en heeft een slechte prognose. De behandeling is moeilijk. Er bestaan geen duidelijke richtlijnen voor de behandeling van die patiënten na transformatie. Moet een behandeling met tyrosinekinaseremmers al dan niet worden voortgezet na pathologisch-anatomische transformatie? Het werk van dr. X. Verbeke (UZLeuven) werd beloond met een J.C. YernaultAward2022.
Het betreft een 57-jarige man, niet-roker, die op spreekuur kwam wegens hevige lage rugpijn sinds 3 maanden. Beeldvorming toonde een niet-kleincellige longkanker (NSCLC) stadium IVb, cT2aN2M1c (LN7, 10R+) (primaire tumor in de rechterbovenkwab, invasie van de lymfeklieren en botmetastasen).
Cytologisch onderzoek na punctie onder echografie:TTF1+, p40-, PD-L1 0%, ALK en ROS negatief. Sequencing: een deletie van exon 19 van het EGFR-gen en eenmutatie van het TP53-gen. De patiënt werd behandeld met osimertinib, een tyrosinekinaseremmer, maar na 5 maanden werd progressie waargenomen met oligometastasen. Dan werd beslist tot radiotherapie op de primaire tumor. Na 10 maanden werden metastasen in de pancreas, de beenderen en de lever vastgesteld. De algemene toestand bleef goed (WGO-score 1). Een nieuwe biopsie toonde een histologische transformatie met een Ki67 van 90%, nog altijd een deletie van exon 19 van het EGFR-gen, chromogranine + ensynaptofysine +. Dan werd een behandeling gestart met een combinatie van een platinaverbinding en etoposide.
Wilt u de rest van dit artikel lezen?
Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen