Reseceerbare pancreaskanker Nut van een neoadjuvante chemotherapie?
05/09 - Er is discussie over het nut van een neoadjuvante chemotherapie bij een plaatselijke reseceerbare of borderline reseceerbare pancreaskanker. Er zijn al enkele studies ad hoc uitgevoerd en er lopen nog enkele andere studies. Een meta-analyse van 7 klinische studies bij in het totaal bijna 1000 patiënten die de totale overleving heeft vergeleken na een eerstelijnstherapie met chemotherapie versus chirurgie.
Op het ogenblik dat een diagnose van pancreaskanker wordt gesteld, gaat het in 20-40% van de gevallen om een plaatselijke pancreaskanker. Die patiënten komen in aanmerking voor een primaire resectie van de tumor, de enige mogelijkheid om de levensverwachting te verlengen. De reseceerbaarheid hangt af van de relatie tussen de tumor en de vaatstructuren, vooral de vena portae, de truncus coeliacus en de arteria mesenterica. Als de bloedvaten niet zijn aangetast, wordt aangenomen dat de tumor reseceerbaar is. Als er contact met een arterie is over meer dan 180° van de omtrek, wordt aangenomen dat de tumor niet kan worden weggesneden. Als het niet zeker is of de tumor kan worden weggesneden, spreken we van ‘borderline' reseceerbaarheid. De vijfjaarsoverleving na adjuvante chemotherapie en radio-chemotherapie bedraagt 10-25% en de mediane totale overleving 11-24 maanden. Maar het aantal recidieven binnen een jaar na chirurgie blijft hoog: 35% tot 65%.
Wilt u de rest van dit artikel lezen?
Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen