Antidepressiva bij de behandeling van atopische dermatitis?
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) hebben niet alleen antidepressieve eigenschappen, maar hebben in vitro en in vivo ook antimicrobiële en immunomodulerende effecten. Bovendien verminderen ze de jeuk sterk bij een aantal patiënten met een atopische dermatitis.
SSRI's hebben een antimicrobieel effect zowel in hoge als in lage dosering en versterken het effect van antibiotica. Meerdere studies hebben overigens aangetoond dat SSRI's een effect hebben op de fungi Aspergillus spp en Candida spp. Mogelijke mechanismen zijn remming van de effluxpompen in de bacteriële wand en remming van de biofilm.
Studies hebben aangetoond dat SSRI's een dysbiose van de intestinale microbiota veroorzaken. Het is bekend dat de microbiota invloed kan uitoefenen op de homeostase van de huid door regeling van de gecoördineerde differentiatie van de opperhuid en het immuunsysteem. De intestinale bacteriën hebben ook invloed op de brein-darmas en regelen de werking van het centrale zenuwstelsel via neuro-endocriene en neuro-immune systemen. De microbiota bij patiënten met een atopische dermatitis is nog niet heel goed onderzocht. Er bestaan echter geen studies uitgevoerd naar het effect van SSRI's op de intestinale microbiota bij atopische dermatitis.
Wilt u de rest van dit artikel lezen?
Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen