Dossiers  >   Corticosteroïden  >  Auto-immune pancreatitis: is de behandeling met corticosteroïden een wondermindel?

Auto-immune pancreatitis: is de behandeling met corticosteroïden een wondermindel?

Auto-immune pancreatitis (AIP) is een zeldzame aandoening met een incidentie van bijna 3,1 per 100.000 personen. In deze review concentreerden de auteurs zich op de pathogenese van de ziekte voor de ontwikkeling van hulpmiddelen om eenvoudiger een diagnose te kunnen stellen en om nieuwe therapeutische strategieën uit te werken voor de behandeling van AIP en recidieven ervan.

Het is moeilijk om de diagnose van AIP te stellen. Als arts moet men een evaluatie maken van klinische, radiologische, serologische en pathologische resultaten. Er bestaan twee verschillende types van AIP: auto-immune pancreatitis type 1 (AIP-1) of lymfoplasmacytische scleroserende pancreatitis (LPSP), beschouwd als een pancreatische manifestatie van een multiviscerale ziekte gelinkt met IgGV, en auto-immune pancreatis type 2 (AIP-2) of idiopathische duct-centrische pancreatitis (IDCP), een specifieke aandoening van de alvleesklier. Standaardbehandeling van AIP-1 en AIP-2 is de orale toediening van corticosteroïden. Rituximab kan remissie in gang zetten en een onderhoudsbehandeling zijn bij herval. Artsen schrijven azathioprine (immuunmodulator) voor om de remissie te behouden. Deze review legt heel duidelijk het verschil uit tussen beide types van AIP wat betreft de pathogenese en bekijkt de diverse therapeutische opties van naderbij.

Wilt u de rest van dit artikel lezen?

Registreer gratis om toegang te krijgen tot de volledige inhoud van MediQuality op al uw schermen

Om veiligheidsredenen is uw browser niet compatibel met onze site

We raden u aan een van de volgende browsers te gebruiken: